Olifantenpolo
Eén teennagel van een olifantenpoot is groter dan een polobal
Een nieuwe sport die opgang maakt is het Olifantenpolo. Een sport die zowel door mannen als vrouwen wordt beoefend. Olifantenpolo is te vergelijken met paardenpolo, maar dan op een olifant.
Een wedstrijd bestaat uit twee speelhelften, de zogenaamde "chukkahs", die elk zo'n 10 à 15 minuten duren.
Het speelveld is 70 x 100 yards, dus iets kleiner, ongeveer driekwart van het veld bij paardenpolo. Olifanten zijn nu eenmaal niet zo snel als paarden. De mallets (houten hamers) zijn 98 tot 110 inch lang, afhankelijk van de grootte van de olifant.
Elke ploeg heeft 4 olifanten, waarvan er telkens maar 3 in de match gebracht worden. De vierde olifant blijft in de buurt van de goal. Op elke olifant zit zijn "mahout" (temmer, begeleider) plus de speler, die de bal mag slaan. De scheidsrechters zitten op een houten terras op de rug van de grootste olifant, die langs de zijlijn staat.
Sommige olifanten lijken bet spel te begrijpen en zijn erg enthousiast. Soms trappen ze zelf de bal in de goede richting, of gaan er achteraan zonder aansporing van de mahout. Soms gooien ze de bal in de goal met hun slurf, maar dat is tegen de spelregels. Het is ook niet toegestaan om met je olifant voor de goal te gaan liggen.

Olifantenpolo werd voor het eerst gespeeld in India aan het begin van de twintigste eeuw door leden van the Maharaja's Harem (Zenena) om hen bezig te houden. The World Elephant Polo Association (WEPA) werd opgericht in 1982 in Nepal. WEPA is de eerste belangrijkste organisatie van vandaag die georganiseerde competities voor olifantenpolo regelde. Olifantenpolo wordt gespeeld in India, Nepal, Sri Lanka en Thailand en is zowel bij de lokale bevolking als bij toeristen populair.