Snookerbal
Officieel moet een Snookerbal een diameter van 52,5 mm hebben, met een toegestane afwijking van + 0,05 en - 0,08 mm.
De ballen moeten gelijk van gewicht zijn met een maximum toegestane afwijking van 3 gram per snookerstel.
INFO
Er zijn in totaal 22 ballen: vijftien rode, zes gekleurde ballen (geel, groen, bruin, blauw, roze en zwart) en één witte bal, de cueball of speelbal.
De ballen hebben elk een eigen waarde. De volgorde is (waarde tussen haakjes): geel (2) - groen (3) - bruin (4) - blauw (5) - roze (6) - zwart (7).
Het snookerspel wordt gespeeld op een Engelse biljarttafel door twee personen. Soms wordt er door vier personen gespeeld, twee tegen twee. De snookertafel is voorzien van zes "pockets", dit zijn gaten met daaronder een net waar de ballen in gespeeld moeten worden. Eén pocket in iedere hoek en één in het midden van de beide lange banden. Het doel van het spel is zo veel mogelijk punten te vergaren. Punten kun je krijgen door ballen te "potten" (= een bal binnenspelen in een pocket). De ballen worden voor de start van het spel volgens een bepaald patroon op de tafel geplaatst. Het snookerspel draait weliswaar om het potten van de ballen, maar snooker is tevens een positiespel.
Snooker wordt vaak vergeleken met Pool. De belangrijkste verschillen tussen Pool en Snooker zijn de afmetingen: een snookertafel is in de regel groter dan een pooltafel, de ballen zijn kleiner en lichter en de keus zijn bijgevolg dunner.
Geschiedenis
De eerste vormen van het biljartspel zijn al in de 15e eeuw te vinden, maar snooker is pas een recentere versie. Het spel is ontstaan in het Brits-koloniale India, toen officiers van het leger nieuwe variaties bedachten op het populaire biljartspel. Verschillende verhalen over het precieze ontstaan van het snooker doen de ronde, maar meestal wordt aangenomen dat Sir Charles Neville Chamberlain, een kolonel van het leger, in 1875 in Jabalpur voorstelde om de gekleurde ballen van "Pyramids" toe te voegen aan de zwarte bal en de rode ballen van het spel "Black Pool", waardoor het nieuwe spel Snooker ontstond.
Het woord snooker was toen nog een bijnaam voor de soldaten in het leger. Deze naam werd vervolgens gegeven aan de beginners van dit nieuwe spel en uiteindelijk werd het spel zelf Snooker genoemd.
De huidige populariteit van het Snooker is grotendeels te danken aan Pot Black, een bijzonder populair professioneel snookertoernooi. Het ontstond eind jaren 60, toen de Engelse TV-zender BBC in kleur begon uit te zenden en op zoek ging naar programma's die hier goed geschikt voor waren. De keuze viel op Snooker vanwege de verschillende gekleurde ballen en dus organiseerde men om de week wedstrijden. Kenmerkend was dat die altijd maar uit één frame bestonden en altijd besloten werden met het potten van de zwarte bal, iets wat in langere wedstrijden vaak achterwege wordt gelaten als de voorsprong op de tegenstander groot genoeg is. Hoe dan ook Pot Black was razend populair bij het publiek; het was zelfs het op één na populairste programma op BBC Two. Die populariteit heeft ervoor gezorgd dat Snooker evolueerde van een kleine sport met slechts een handvol professionals tot één van de belangrijkste en meest gevolgde sporten in het Verenigd Koninkrijk.
De UK is nog steeds veruit het zwaartepunt van de snookersport, al leveren ook andere landen tegenwoordig topspelers. Ook in Nederland wordt veel gesnookerd, maar minder op topniveau.
< Vorige | Volgende > |
---|